31 januari 2011

Orzo salade met artisjokken en parmezaan


In de wereld van Donna Hay (Australische chefkok en styliste) is alles altijd licht en stijlvol. Alles klopt en past perfect bij elkaar. Als je te lang in de boeken en tijdschriften van Donna bladert, dan loop je het gevaar zeer ontevreden te worden. Je huis is te donker, je land is te koud en grijs, je eten is te gewoontjes. Je voelt je een soort Plain Jane.

Maar als je zo af en toe in de wereld van Donna spiekt, dan kun je er best plezier van hebben. Ze heeft leuke ideeën over eten en de styling van dat eten. En dan kom je tijdens dat neuzen misschien wel een recept tegen voor de orzo die je al weken onaangetast in je voorraadkast hebt liggen.


Orzo is pasta gemaakt van harde tarwe in de vorm van een grote rijstkorrel. En die totaal andere vorm maakt dus verschil. Het eet anders en het laat zich erg goed mengen. Je kunt er bijvoorbeeld ook een soort risotto mee maken. Of een lekkere salade, zodat je net kunt doen of het zomer is.

Orzo salade met artisjokken en parmezaan

Dit recept van Donna is voor een grote salade waar je met vier mensen van kunt eten als hoofdgerecht. Leuk voor op een buffet, of picknick met een berg mensen, maar als je met z'n tweeën bent, dan kun je het gerust halveren.


Ingrediënten

400 gram orzo (risoni, risi, sehriye)
60 ml olijfolie
60 ml citroensap (als je niet zo van citroensap houdt, gebruik dan wat minder)
2 tenen knoflook
zout en peper
560 gram artisjokharten, in vieren gesneden
15 gram platte peterselie, gehakt
40 gram pijnboompitten, geroosterd
20 gram parmezaanvlokken, of meer natuurlijk, omdat dat lekker is
ca 20 zwarte olijven zonder pit, in tweeën

Kook de orzo in een ruime pan met zout water volgens de aanwijzingen op de verpakking gaar. Giet af en zet apart om af te laten koelen.


Meng de olie, citroensap, knoflook, zout en peper in een kommetje. Als je niet dol ben op rauwe knoflook, dan kun je beter eerst de olie, citroensap en knoflook mengen en na een kwartiertje overgieten door een theezeefje. Zo haal je de knoflook uit de dressing, maar zit de smaak er wel een beetje in. Voeg dan alsnog zout en peper toe.

Meng in een saladeschaal de orzo met de artisjokken, olijven, pijnboompitten en peterselie en giet de dressing erbij. Meng alles voorzichtig en bestrooi met de parmezaanvlokken.

28 januari 2011

Risotto met doperwten, paddestoelen en pesto


Waarom is de combinatie doperwtjes en worteltjes een ‘klassieke combinatie’? Wie heeft ooit bedacht dat die twee bij elkaar achter het glas in een potje van Hak moesten? Is dat omdat het zo gezellig kleurt? Of omdat ze allebei zoetig zijn? Of omdat ze allebei heel vies worden als je ze kookt? Ik heb worteltjes met doperwtjes nooit lekker gevonden en ik heb nu een heel goede reden om het ook nooit lekker te gaan vinden.

Worteltjes en doperwtjes uit een pot van Hak zijn het lievelingseten van Geert Wilders. Ik kom er net achter. Dankzij een Volkskeuken column van Sylvia Witteman. Geert vindt in de pot van Hak de unieke smaak die je vers niet krijgt. Precies de smaak die ik smerig vindt. Toch fijn om er achter te komen dat Geert en ik het ook over eten waarschijnlijk nooit eens zullen worden.


Voor een lekker wortel recept verwijs ik naar bovengelinkte column van heldin Witteman. Het doperwten gedeelte neem ik op me. Het is winter en ik post een recept met verse doperwten. Ik moest me schamen. Dat doe ik dan ook. Maar, verse doperwten eten in januari is lang niet zo schaamteloos als tegen een landelijk dagblad zeggen dat doppers en wortels uit een pot je favoriete hap is. En dus kom ik er mee weg.



Risotto met doperwten, paddestoelen en pesto

Ik doe nog meer dingen waar ik me voor dien te schamen: ik gebruik pesto uit een potje, ik plaats een mislukte foto van de risotto en ik geef jullie een recept van een risotto waar niet eens Noilly Prat of witte wijn in gaat. Wees gewaarschuwd. En je kunt natuurlijk altijd zelf pesto maken, diepvriesdoperwten gebruiken, die wijn wel toevoegen en een mooie foto van je risotto maken. Dit recept is voor twee personen en is op een dag ontstaan uit dat wat we nog in huis hadden. En het pakte aangenaam uit.

Ingrediënten

200 gram doperwten
1 blokje paddestoelenbouillon, opgelost in 750 ml heet water
ca 175 gram risottorijst
doosje gemengde paddestoelen
grote hand pijnboompitten
eetlepel pesto
klontje boter
peper
ui of sjalot, kleingesneden
optioneel: geraspte parmezaan

Smelt de boter in een pan met dikke bodem en fruit de ui of sjalot zacht gedurende ongeveer 5 minuten. Voeg de risottorijst toe en schep deze om zodat hij wat glazig wordt. Blus de rijst af met wijn/noilly prat of een scheut van de bouillon. Voeg al roerend steeds wat bouilon toe zodra de rijst de eerdere scheut zo goed als heeft opgenomen.


Verwarm ondertussen de doperwten in een scheut van de bouillon in een pannetje. Als het verse doppers zijn laat je ze even koken. Kook ze niet te gaar, ze moeten lekker knapperig blijven.

Scheur of snij de paddestoelen in stukken en bak ze in een koekepan. Bak ze niet tot ze slap zijn, ze mogen nog wel een bite houden. Bestrooi met versgemalen peper. Rooster ondertussen ook de pijnboompitten in een pan met anti-aanbak laag.


Proef of de risotto gaar is. De rijstkorrels moeten zacht zijn en mogen geen harde kern meer hebben. De risotto moet zacht en smeuig zijn en 'lopen': als je hem opschept op een plat bord dan moet hij niet op een hoopje blijven liggen, maar 'uitdijen'.

Als de risotto gaar is roer je de pesto erdoor en vervolgens ook de doperwten. Schep de risotto op twee borden, schep daar bovenop de paddestoelen en bestrooi met de pijnboompitten en eventueel geraspte kaas.

26 januari 2011

Strata met spinazie en kaas


Dit recept wilde ik laatst maken toen vrienden kwamen lunchen. En toen kwam ik er achter dat het minstens acht uur moet staan voor je het in de oven kunt zetten. Ik neigde er naar dat te negeren, maar nieuwe recepten uitproberen en de bereidingswijze omgooien als er mensen komen eten kan beroerd uitpakken. Dus dat werd m niet. Jammer. Deze week heb ik de strata alsnog een kans gegeven. Op zondag in elkaar gedraaid, op maandagavond in de oven gezet en opgegeten. Ideaal.


Ik had ooit al een keer strata gegeten. In juni op een zonnig balkon in Amsterdam West. We aten de strata uit een beeldschone zeeblauwe gietijzeren pan. Ik ben strontjaloers op die pan... Maar goed, die zomerse strata smaakte goed en naar meer. En toch had ik toen ik hem deze week zelf klaarmaakte de angst voor nat brood. Da's vies. Net als te natte wentelteefjes die net niet gaar zijn. Maar het pakte goed uit.

Inmiddels ben ik er achter dat dat acht uur laten staan helemaal niet hoeft. De strata die ik op het zonnige balkon at vond dat ook niet nodig.

Strata met spinazie en kaas

Dit recept is mijn eigen bewerking van deze strata die een uur in de oven moet en waar 9 eieren in gaan.
Je kunt dit recept natuurlijk ontzettend naar je eigen hand zetten en andere ingrediënten gebruiken: tomaten, feta, olijven, ansjovis, blauwe kaas. Zoiets?

Ingrediënten

400 gram gesneden diepvriesspinazie, ontdooid en uitgelekt
1 ui, gehakt
boter (of olie)
zout
peper
nootmuskaat
1 frans of italiaans brood in blokjes (ik gebruikte een frans zuurdezembrood)
100 gram geraspte kaas
200 ml melk
5 eieren
bekertje crème fraîche (evt. light)
1 grote eetlepel mosterd


Fruit de ui in een beetje olie of boter (ongeveer 5 minuten) en voeg zout, peper en nootmuskaat toe. Voeg na een minuut de spinazie en crème fraîche toe, roer alles goed om en zet het vuur uit.

Vet een ovenschaal goed in met boter of olie en verdeel de helft van de broodblokjes over de bodem. Verdeel daar het spinaziemengsel over en leg daarop de andere helft broodblokjes. Bestrooi met de geraspte kaas.


Klop de eieren goed los met de melk, wat zout en peper en de mosterd en giet over de broodblokjes. Zorg er voor dat alles nat wordt zodat al het brood het eimengsel goed absorbeert.

Bedek de schaal met folie en zet minstens 8 uur in de koelkast. Of negeer dit en laat me weten hoe het uitgepakt is. Verwarm de oven voor op 180 graden en bak de strata in 30-40 minuten gaar.

23 januari 2011

Wraps met haloumi, geroosterde groenten en limoendressing


Op een dag haal je het in je hoofd dat het een goed idee is om je keuken te laten verbouwen. Je maakt plannen, tekent een offerte, droomt wat weg bij plaatjes in dure tijdschriften en verheugt je op het hele gebeuren. Je zoekt een keuken uit, besteedt belachelijk veel aandacht aan de keuze van het absoluut juiste fornuis en besluit tussen neus en lippen door welke kleur er op de muren moet. Die keuze maak je bij romantisch gedimd licht, in de avond, op de bank. Knus hoor.

En dan gaat 's ochtends om 7 uur de bel en staat de elektricien voor je neus. En de loodgieter. En de stukadoor. En al gedurende de eerste dagen van de verbouwing, als je staat af te wassen in de badkamer met een laag wit bouwstof onder je sokken, begin je je af te vragen waar je je ook al weer op verheugde. Dat gevoel bereikt haar hoogtepunt als je op een avond thuiskomt en constateert dat je keukenmuren lime groen zijn. Ja, lime. Je pakt het Flexa kleurstripje dat je uitzocht erbij en constateert dat die zachte lichte kleur met een zweempje groen, op de muur een transformatie doormaakt die haar weerga niet kent. Oeps...


Met onze keukenmuren is het goed gekomen en met de rest van de keuken gaat het ook de goede kant op. Ik kan weer koken. Op een tijdelijk blad, zonder afzuigkap en zonder behoorlijke lampen (zoals te zien aan de foto's). De helft van alle spullen zit nog in dozen en ik ben alles kwijt. Maar dat doet er allemaal niet toe, want we krijgen een verdomd fijne nieuwe keuken. En we zijn er in geslaagd een behoorlijk maal op tafel te zetten vanavond. Geïnspireerd door de kleur die onder drie dikke lagen verf en coating op onze muren schuilt: limoen.


Wraps met haloumi, geroosterde groeten en limoendressing
Hoofdgerecht voor 2 personen of lunch voor 4

Haloumi is een zoute kaas die van oorsprong van Cyprus komt. De kaas smelt pas bij heel hoge temperatuur waardoor hij goed te grillen is. Het zoute van de kaas combineert erg goed met de limoendressing met ananas en basilicum.



Ingrediënten

4 tortillawraps
1 rode paprika
1/2 gele paprika
1 courgette
1 rode ui
olijfolie
peper
1 pakje haloumi
sap van 1 limoen
2 tenen knoflook
1/5 bakje verse basilicum, gehakt
ananassap

Verwarm de oven voor op 200 graden en vet een ovenschaal in. Snij de paprika's en courgette in blokjes (niet te groot, dat is niet handig in de wraps) en de ui in halve ringen. Meng de groenten in de ovenschaal met wat peper en een klein beetje zout en zet de schaal zo'n 20 minuten in de oven. Je wilt dat de groeten nog een beetje knapperig zijn. Als je geen oven hebt, dan kun je de groenten ook lekker grillen op de grillpan.


Snij de haloumi in stukjes en verwarm een pan met anti-aanbaklaag op gemiddeld vuur. Het bakken van haloumi vergt geduld. Leg nooit te veel haloumi tegelijk in een pan. De kaas wordt zacht en verliest zijn vocht voordat hij gaat bakken. Als je de pan vol legt dan eindig je met een grote haloumi-koek. Dus bak de kaas in porties. Zet het vuur lager zodra de kaas begint te kleuren (dat duurt even) en draai alle stukjes om zodat ze aan beide kanten mooi goudbruin worden.

Verwarm in een andere pan een eetlepel olie en bak de knoflook zachtjes gaar. Hij mag niet bruin worden. Voeg limoensap, ananassap (verhouding limoen ananas: 1:1,5) en basilicum toe en kook het geheel een beetje in.

Haal de groenten uit de oven en meng de gebakken haloumi en de dressing er door. Verwarm een grote koekenpan met anti-aanbaklaag op hoog vuur en bak de kale tortilla kort tot hij warm is en wat opbolt. Vul de warme wrap met de vulling en eet op.

21 januari 2011

Vanillekwark met passievrucht


In de grote doos met recepten vond ik laatst het uitgewerkte menu terug dat een vriendinnetje maakte voor een CD-presentatie. Ze kan ontzettend lekker koken en ik kan me nog herinneren dat ik voelde dat ik goud in handen had: de ingrediëntenlijst zoals ze die bedacht had bij de gerechten zoals die volgens haar moesten smaken. Toen ik wat beter keek zag ik dat ze er geen hoeveelheden bij gezet had en dat ze de werkwijze ook niet had beschreven. Het was 2001, ik at alleen maar broodjes pastrami met mosterd en kon niets met haar recepten. De moed zonk me in de schoenen.



Inmiddels hebben we een blog en denk ik het geheim achter het lekkere eten ontrafeld te hebben: zorg dat je het niet zelf gekookt hebt want dan is de verrassing er vanaf. En blijf proeven! Dan leer je jezelf wat je mist en wat er nog bij mag. Zo was haar receptuur ook geschreven: dit moet er ongeveer bij, ik zie het dan wel.


Dit toetje is doordeweeks maar heeft een flinke dosis je ne sais quoi (lees: verse vanille, ciroenrasp en passievruchten). Het is zelfbedacht maar voor de hand liggend, luchtig, niet te zoet en wonderschoon in mijn roze glazen theeservies, wat jij.


Vanillekwark met passievrucht

Ingrediënten:

500 gram magere kwark
150 ml koude slagroom
1 citroen, goed gewassen
4 eetlepels suiker
3 cm vanille
2 passievruchten

Zet de slagroom voor je hem gaat kloppen een kwartier in de vriezer: koude slagroom blijft langer stevig. Snijd de vanillepeul doormidden en schraap het merg eruit. Doe twee eetlepels kwark in een kom en roer daar de vanille eerst doorheen, zo zorg je ervoor dat je alle klontjes hebt losgeroerd. Voeg dan de rest van de kwark toe en meng goed door. Rasp met een fijne rasp (Microplane-raspen zijn ontzettend goede kadootjes) ongeveer een kwart van de citroen en meng het door de kwark. Klop de slagroom op en meng hem door de kwark: eerst ongeveer een derde deel, daarna de rest. Zo voorkom je dat je de lucht er weer uitslaat tijdens het doorroeren. Breng op smaak met suiker. Van vier eetlepels wordt het niet heel zoet, voeg meer suiker toe als je het te zuur vindt.
De passievruchten zitten vol met zaadjes. Je kunt ze prima eten en het ziet er geinig uit maar voor een sjiek diner kun je de zaadjes er met een zeef uit halen. Neem dan 2 extra passievruchten mee zodat het ergens op lijkt. Verdeel de kwark over vier bakjes. Snijd met een kartelmesje de vruchten in tweeën en schep met een klein lepeltje de pulp, al dan niet door een zeef, op de kwark.


19 januari 2011

Spaanse bloemkoolsoep met geroosterde knoflook


Stel: je hebt een bloemkool, gasten op komst en nog geen voorgerecht. Dan kun je besluiten dat je leven een zooitje is, dat je nooit had moeten opstaan die ochtend en dat een stevige borrel de enige uitweg is uit deze hel. Of je kijkt om je heen: je ziet een bol knoflook en neemt alsnog die borrel. Eureka!
Volgens mij kun je van iedere groente soep maken, tenminste, zo heb ik dat geleerd van een blog die The Traveler's Lunchbox heet (de link staat onder het kopje 'Ook leuk'). Daar werd eens uitgelegd dat lekkere soep een variatie op hetzelfde uitgangspunt is: je fruit een uitje met knoflook, bakt de groente even mee, je doet er bouillon en eventueel wat wijn bij, je kookt de soep en blendert hem en garneert hem met een plukje groene trut. Wat een briljant uitgangspunt! Dat kan ook met een bloemkool!


De scherpe lezer (beter bekend als mijn zus) zag op de hoek van de bakplaat met te roosteren pompoen en rode ui al een verdacht pakketje liggen. Dat was een bol knoflook waarvan ik de punt had afgesneden en die ik stevig had ingepakt in aluminiumfolie. Als je nog eens iets lekker moet maken (een sausje bij de biefstuk, een dressing, een mascarpone-dip voor de gebakken aardappels): doe er wat geroosterde knoflook in. Ik heb er nu al spijt van dat ik niet meteen mijn hele voorraad knoflook heb meegeroosterd want die zacht zoete knoflook is lekker.



Spaanse bloemkoolsoep met geroosterde knoflook

Ingrediënten:

1 bol knoflook (of meer als je wel vooruit kijkt)
1 bloemkool, in roosjes
2 uien, gesnipperd
olijfolie
1/2 bos peterselie
1 liter bouillon (groente- of kippebouillon)
1 laurierblaadje
1 tl tijm
1/2 tl gemalen komijn
1/2 tl zoet gerookt paprikapoeder (pimenton dulce)


Verwarm de oven voor op 200 graden (als je goed plant rooster je wat knoflook met iets anders mee, als je de oven toch aanhebt sla je twee vliegen in één klap). Snijd de top van de ongepelde bol knoflook af zodat alle tenen bloot komen te liggen. Pak de hem goed in en rooster hem minstens een half uur of nog beter, drie kwartier als je die tijd hebt.
Begin even later met de soep: fruit de ui met een beetje zout in wat olijfolie. Doe de bloemkool en de peterselie erbij en even later de bouillon. Doe de laurier, komijn, tijm en pimenton erbij en kook de bloemkool gaar. Laat hem daarna niet meer eindeloos koken, daar gaat de soep niet lekkerder van ruiken.
Haal de knoflook als die zacht en een beetje gecaramelliseerd is uit het folie en laat een beetje afkoelen. Als je je handen er niet meer aan brandt kun je de bol uitpersen. Doe de helft van de knoflook bij de soep. Pureer de soep en breng op smaak met zout, peper en eventueel nog wat van de kruiden als de smaak je te zacht is. Serveer als een voorgerecht voor zes personen of met wat geroosterd brood en sla als hoofdgerecht voor vier.



17 januari 2011

Salade met wilde rijst, geroosterde rode ui en pompoen


Een paar avonden geleden kwamen vrienden eten die kun keuken aan het verbouwen zijn. Ze eten vegetarisch en terwijl dat normaal gesproken een kleine uitdaging is (vega koken is niet gewoon het vlees weglaten of een omelet bakken, je moet iets extra's van de groente maken) hoefde ik nu niet lang na te denken. Niets zegt 'liefde' beter dan een rijstsalade, dus het werd de Roasted pumpkin salad van 101 Cookbooks.





Deze salade lijkt een boel gedoe, maar als je de groente aan het roosteren hebt kun je op je dooie akkertje de rest doen. Kleine uitjes zijn het lekkerst om te roosteren (de Dirk en de turk willen ze nog wel eens hebben) maar met normale rode uien lukt het ook. Ik koop altijd de meergranenrijst van de Albert Heijn maar als je een andere variant vindt met wilde rijst erin is dat vast ook prima. Nu heb ik er op het laatst (niet op de foto) wat feta overheen gekruimeld maar je zou er ook wat worst doorheen kunnen bakken. Of champignons. Of je roostert wat stukken prei mee. Of je doet een scheut ahornsiroop in de dressing. Man, ik heb alweer honger.



Salade met wilde rijst, geroosterde rode ui en pompoen


Naar een recept van 101 Cookbooks


Ingrediënten:


1 flespompoen, geschild en in blokjes van 2 centimeter
500 gram rode uien, geschild en in niet te smalle parten
olijfolie
zout
1 pak zilvervliesrijst (een mix met wilde rijst is het lekkerst, dat geeft een lekkere bite)
1 bos bladpeterselie
1 citroen
75 gram zonnebloempitten, geroosterd
1 el honing
50 ml warm water
75 ml olijfolie
snuf zout




Verwarm de oven voor op 225 graden
Bekleed een bakplaat met bakpapier en gooi de pompoen en de ui op een hoop. Giet er genoeg olijfolie op om alles met een dunne laag te bedekken, hussel door en spreid de groente uit in één laag. Laat een half uur roosteren of tot alles mooi donker randje heeft. Dat randje geeft de smaak, dus laat vooral nog even bakken als het na een half uur nog bleek ziet!



Zet ondertussen de rijst op volgens de instructies op de verpakking.
Maak de dressing: snijd de blaadjes grofweg van de peterselie, je hebt ongeveer een kleine handvol nodig. Doe de peterselie met de geroosterde zonnebloempitten, 2 eetlepels citroensap, de olijfolie, de honing en het water in een keukenmachine en maal tot een vrij gladde dressing. Leng het aan met nog een beetje warm water als het wat te dik is. Breng op smaak met zout en zo nodig nog wat citroensap en honing.



Als de pompoen en de ui klaar zijn kunnen die alvast gemengd worden met de dressing. Zorg dat de rijst gaar is maar nog wel een bite heeft en meng die ook door de salade.




De salade is lauwwarm het lekkerst maar als je teveel maakt: hij smaakt koud als lunch ook goed, misschien wel beter. Maar als er verbouwende vrienden komen eten kun je die kliekjes op je buik schrijven.

15 januari 2011

Dulce de Leche


Deze post is niet voor watjes. Dulce de leche is voor hard core zoetekauwen die niet misselijk worden van drie negerzoenen, die meer van witte chocola houden dan netjes is en die soms per ongeluk een hele zak bananenschuimpjes leegeten. Ik snap dat er niet veel mensen overblijven bij zulke criteria, maar zo is het.


Je maakt deze melkcaramel door een blikje gecondenseerde melk met een snufje zout au bain marie in te koken. Je kunt er ook voor kiezen om het blik in zijn geheel te koken in een grote pan water. Dat duurt niet alleen drie keer zo lang, je loopt ook het risico dat het blikje ontploft. En dulce de leche is zalig, maar niet op het plafond.



Wat je ermee doet? Zoetekauwen, dat hoef ik toch niet uit te leggen? Je lepelt het recht uit het bakje! Als er mensen bij zijn en je moet de schijn hoog houden kun je het door het browniebeslag swirlen, op een koekkruimel-bodem uitsmeren (beetje opwarmen als het te taai is) met bananen en slagroom er bovenop of toch gewoon zo, met de lepel. Ze komen vroeg of laat toch wel achter je ware aard.



Dulce de leche

1 blikje gecondenseerde melk
mespunt zout



Verwarm de oven voor op 225 graden.
Zoek twee ovenschalen die in elkaar passen, de kleine bij voorkeur met een deksel. Schenk de melk in de kleine schaal en strooi het zout erover. Dek af met aluminiumfolie, er mag geen lucht bij. Zet de deksel op de schaal en zet hem in de grotere schaal.


Giet water in de buitenste ovenschaal, tot ongeveer een centimeter onder de rand. Bak de dulce de leche ongeveer 75 minuten of tot de caramel donkerbruin is zoals op de foto. Let goed op dat niet al het water verdampt, giet er zonodig nog wat water bij.


Laat de dulce de leche afkoelen en roer los met een lepel. Is in de koelkast zeker een week of twee houdbaar haha.

12 januari 2011

Een kijkje in de keuken


Ik heb al een tijdje niets geschreven over eten. Dat is raar, want ik sta wel veel in de keuken de laatste dagen. Ik sta er alleen met mijn handen op mijn rug, want andere mensen zijn er druk in de weer. Mensen zonder koksmutsen of schorten. En het is niet dat ze er niks van bakken, maar ze bakken geen broodjes. Ze bakken een nieuwe keuken! En ik sta er bij en ik kijk er naar. Ik kan niet wachten tot ze klaar zijn.


Gelukkig hebben wij een berg vrienden en familie die allemaal graag voor ons koken. We maken een tournee langs iedereen die we kennen en we krijgen elke avond heerlijke bordjes eten voorgeschoteld. En soms mogen de bezorgbrommers en take-out voor ons zorgen.


De schaamteloze luxe van een gloednieuwe keuken. Het is even afzien, maar dan heb je ook wat. Zoals je kunt zien kan ik niet veel op dit moment, ik moet nog even geduld hebben. Mijn handen jeuken: ik wil koken!