2 oktober 2011

Oventomatensaus


Ik liep naar binnen bij de glashandel in Amsterdam Oost. Vlak voor mij stapte een oudere meneer binnen met een grote gouden lijst in zijn handen. Voor om een schilderij, of een spiegel. Hij zette hem op de grond en zei tegen de glashandelaar: "Mooi he?". Ik vond de lijst niet mooi, maar ik vond de meneer wel leuk. Terwijl de glashandelaar glas ging meten en snijden, zei de oude man tegen me: "Vrouwen willen ook altijd wat". Waarop ik verbaasd vroeg "Is dat zo?". "Ja", zei hij, "nu wil mijn vrouw weer een lijst om allemaal foto's in te doen". Ik dacht meteen aan foto's van kinderen, kleinkinderen en schoothondjes. Die zouden heel gelukkig worden in zo'n gouden krul-lijst.

"Foto's van mijn duiven", vervolgde de man. "Ziet u, ik ben een postduivenliefhebber". Deze oude meneer was niet zomaar een meneer, het was de postduivenkampioen van Amsterdam. Nu vond ik de meneer nog leuker. Zijn duiven waren drie dagen geleden nog uit Barcelona naar Amsterdam gevlogen. Ik denk dat zij de zon voor ons meenamen. Fijn hè?



Na de glashandel fietste ik naar de supermarkt. Daar was een dame op leeftijd met een rolator. Propvol met eten voor een week. Ik hielp haar met inpakken en toen vroeg ze me of ik haar even wilde helpen met pinnen. Dat vond ik prima. Ze noemde me meteen een schat. Dat doen oude Amsterdammers vaak en ik vind dat leuk.

Ze gaf me haar pas en pincode en fluisterde achter haar hand: vijfhonderd! Ik vroeg of ze dat wel zeker wist, omdat ze dan met een aardig bedrag over straat moest. "Ja zeg, ik ben dan wel zesentachtig, maar ik ben niet bang uitgevallen hoor!" zei ze. Ik geloofde het onmiddellijk. Ik pinde het bedrag en mevrouw telde het rustig na. Ik wilde met haar meelopen naar de uitgang, maar ze liep rustig naar de balie waar ze tegen de caissière riep: "Dag schat, drie Caballero zonder filter alsjeblieft".

Ik liep met mijn boodschappentas vol tomaten naar buiten. Tijd voor tomatensaus.

Saus van oventomaten

Deze tomatensaus is goed. Zo goed dat je hem eigenlijk ook gewoon zo kunt eten. Als soep. Maar ik maak hem meestal als saus. Voor over de pasta.


Ingrediënten

3 tomaten per persoon
1 kleine teen knoflook per persoon
olijfolie
zout
peper

Verwarm de oven voor op 200 graden.
Snij de tomaten doormidden en leg ze met de open kant naar boven in een ovenschaal.
Knijp de knoflook met de pers en verdeel over de tomaten
Bestrooi met peper en zout en besprenkel de tomaten goed met olijfolie. Zorg dat de knoflook bedekt is met de olie zodat deze niet verbrandt in de oven. Bruine knoflook smaakt bitter.


Zet de tomaten in de oven en laat ze in een klein half uur zacht worden. Je huis gaat nu heel lekker ruiken naar tomaten en knoflook. Dat krijg je er gratis bij.


Haal de tomaten uit de oven en schep ze voorzichtig in een blender of keukenmachine of pan en pureer ze tot saus (kan in de pan met staafmixer). Nu is de basis klaar. Je kunt de saus nu eten, maar je kunt hem ook nog opleuken. Sommige mensen houden niet van tomatenpitjes en velletjes. Dan moet je de saus door de zeef halen. Anderen vinden tomatensaus soms wat zuur. Dan kun je er een schep suiker aan toevoegen. Als je de saus te dun vindt, dan kun je hem langzaam nog wat laten inkoken op een laag vuur.

Lekker over de pasta met mozzarella, zwarte olijven en verse basilicum. Of als basis voor je bolognese saus. Je kunt ook wat lekkere groenten bakken en de tomatensaus er bij gieten.